brief aan Natuurmonumenten 11 juli 1991
Al enkele jaren zoeken wij een 'boerenspultsje' in het Fries kleiweidegebied rondom Franeker waarbij onze wensen zijn:
1- relatief rustig gelegen
2- karakteristiek/traditioneel gebouwd: van enige cultuurhistorische waarde tav opstallen, erf, bodem en landschap. Niet persé monumentaal, een bescheiden stelp is ook goed.
Wij werden gewezen op de boerderij Bolland als mogelijkheid. Informatie[] leert dat de boerderij in een te vormen reservaatsgebied ligt en [] onder 'beheer' van NM komt.
Wij zouden graag in aanmerking komen voor bewoning van dit pand omdat het in grote lijnen tegemoet komt aan onze woonwensen en omdat wij ook overtuigd zijn van de noodzaak van het behoud van natuur- en cultuurmonumenten- grote en kleine- en van verwevenheid van beide.
Wij zouden graag gestalte geven aan iets in deze gradiënt van natuur en cultuur.
Bouwhistorisch gezien is het pand niet van overduidelijk 'monumentale' waarde- niet 'statig'- maar voor ons genoeg om aantrekkelijk te zijn.
De gewone, kleine geschiedenis spreekt ons ook aan en teveel van deze panden sneuvelen nog of ontsnappen aan de aandacht omdat er nog zoveel grotere gered te moeten worden.
Het lijkt ons belangrijk deze boerderij in grote lijnen te conserveren tav grondplan, gevels, silhouet en erf.
Enkele concrete punten/ideeën hierover:
-geen stijlvreemde uitbouwsels en kozijnen, evt moderniseringen die storend zijn verwijderen.
-geen windmolen, grote kas, woonwagens of manege etc, dwz geen bedrijfs- of publiekstrekkende activiteiten
-in samenwerking met NM creëren van ecologisch 'eiland' [uil, zwaluw, klein [on]gedierte]
[]
-mede toezicht houden op het reservaat
-meewerken aan observaties en inventarisaties
-meewerken aan excursies
Beiden komen we uit plattelandsmilieu's.[] Wij zijn bekend met de wrijvingen
die er [nog steeds] zijn tussen boeren en 'natuurmensen', vinden dat soms wat overtrokken, maar natuurbehoud en beheer inderdaad noodzaak.
Tevens hebben we oog voor de problemen van de kleine boer.
Wij houden wel van een genuanceerde benadering[*]
De praktijk is vaak wat harder.
Wij denken er weinig moeite mee te hebben om tussen beide partijen te wonen: wel kiezend voor NM, niet tegen de boer.
Wij zijn bescheiden en rustige mensen en willen ook zo wonen en werken en dat zo houden.
[]
Wij zijn in staat tot aankoop en onderhoud.
[]
Papieren lid zijn van NM is mooi en nuttig. In diverse artikelen in het blad van NM, Natuurbehoud, duikt vaak het thema op van de -ook financiele- moeite om de bij de natuurmonumenten behorende gebouwen te onderhouden.
Bij dezen bieden wij u aan op de ongeveer door ons aangegeven wijze daadwerkelijk en mede vorm te geven aan een stuk 'open landschaps-behoud'.
HW en MA
Assen vrijdag 14 juli 1995
Het verhaal van de sate Bolland.
Het voorjaar van 1991.
Na een lange periode van met elkaar overleggen wat we verder in ons leven zouden gaan doen, besloten we te gaan zoeken naar een [woon]boerderij.
Trefwoorden hierbij waren:
-relatief rustig gelegen
-een karakteristiek pand met cultuurhistorische kenmerken en waarden tav gebouw, erf en landschap.
Het Friese kleiweidegebied staat vol met dergelijke boerderijen en als snel vonden we een heel geschikt pand: de sate Bolland.
Het kwam prima overeen met onze woonwensen:
-Haije zou er zijn timmerwerk weer kunnen oppakken
-M kon er een eigen praktijk beginnen.
Het zou een oase van rust en ruimte worden.
NM zou de 'beheerder' worden en aangezien wij ook lid waren leek het ons toe dat er goede overeenkomsten gesloten konden worden omdat wij naaste buren zouden zijn en ook nog een eigen weg van 800 meter moesten delen.
Er werden door ons middels brieven aan de verantwoordelijke instanties diverse voorstellen gedaan om een en ander naar behoren te regelen. Het BBL van LNV was de verkoper en bij de verkoop werden een aantal voorwaarden gesteld zoals:
- het onttrekken van de boerderij aan de agrarische bestemming dmv het verbouwen van de stallen,
- het aanbrengen en deels restaureren van een erfscheiding in de vorm van het hergraven van een gracht.
Oktober 1991 konden we het geheel aanvaarden en betrekken.
Beide gestelde voorwaarden werden voortvarend aangepakt. Het eerste seizoen al werd begonnen met het restaureren van de gracht.Vrijwel direct wed duidelijk dat dit geen eenvoudige klus zou worden doordat er twee ontdekkingen werden gedaan die het werk vertraagden. Ten eerste was de gracht met recent huisvuil gedempt. Er zou dus gedeeltelijk een sanering plaats moeten vinden. Ten tweede en tegelijkertijd ontdekten we in de taluds van de gracht en de mestkuil, die er bij gegraven was, aardewerk uit de terpentijd.
We deden aangifte bij de provinciale archeologie, dus officieel aangezien het om een grote hoeveelheid sporen ging die niet ongezien mochten verdwijnen.
De archeologie was niet onwelwillend maar kwam niet aan waarneming toe omdat de prioriteiten elders lagen.
Het werk werd wel uitgesteld omdat er op een gegeven moment wel sprake was van een opgravingsvergunning- maar men kwam niet.
Wij hebben toen het onderzoek van de sporen zelf verder opgepakt met gebruikmaking van reguliere wetenschappelijke methoden. De schuur van de boerderij werd gebruikt als depot voor de vondsten.
Het tweede seizoen[1993] ontstond een impasse. Men zou nu echt moeten komen voor waarnemingen want het werk kon niet nog eens een seizoen worden uitgesteld.
De ROB werd door ons ingeschakeld om een en ander te bespoedigen.
Tot onze grote verbijstering werden wij in staat van beschuldiging gesteld als zouden wij een opgraving zijn begonnen terwijl wij zelf beweerden slechts na het doen van aangifte cf art 47 van de MW 1988 een en ander te hebben opgenomen in afwachting van de komst van de archeologen.
Een onderzoek naar die vertraagde komst werd door de ROB niet gedaan.
Wel werd er alsnog een 'noodopgraving' verricht en werd alles wat wij verzameld hadden onder beslag gelegd.
Hierna werd het werk aan de gracht ons geheel uit handen genomen. Onder druk van de ROB werden de resterende sporen afgedekt met de grachtinhoud.
Dat werd uitgevoerd door NM die eigenaar van het belendende perceel was waar de vondsten merendeels vandaan kwamen.
Het resultaat was een slordige sanering en reconstructie.
Dit heeft er toe geleid dat de verhoudingen ernstig werden beschadigd. Hierna was er geen constructief overleg met personeel van NM meer mogelijk.
Dit heeft er uiteindelijk mede toe geleid dat het voor ons onmogelijk werd om op Bolland te blijven want het eerste wat je nodig hebt is goed overleg met je buren.
Wij werden uiteindelijk gemangeld in een bureaucratische structuur. Gesprek met ROB, NM en prov Fryslân kwam niet op gang. We hebben van alles geprobeerd ook dmv brieven.
Uiteindelijk hebben we een onderzoek aangevraagd door de NOM maar ook deze wist met de complexiteit geen raad.
notitie dinsdag 15 aug 1995:
Ja en toen ging Haije uit z'n bol.....
Zijn levenswerk kwam ernstig in gevaar want dat was het inmiddels wel geworden. Een graf gekocht op Lions. Samen oud worden op Bolland. Genieten van de rust en de stilte en daarin bezig zijn met erf en hof. Bezig zijn voor M. Haar een goed leven bezorgen zodat zij zich verder kon ontplooien. Ze zou zelfs op termijn een eigen praktijkruimte krijgen. De tekingen lagen klaar, alles was opgemeten. Haije kon in alle rust zijn atelier voor schrijnwerk opbouwen, had ook al veel schijnwerk gedaan. En dan komt er roet in het eten door zoveel overmacht.
Het leven op Bolland werd een hel, M vertrok. Haije probeerde uitstel van executie te krijgen om althans de inventaris van de werkplaats nog te redden maar dat mocht niet meer baten. Beiden werden we zo overspannen dat de rechter er aan te pas moest komen, zodat via een kort geding een ontruiming bewerkstelligd kon worden. Wat een afgang.
Veel van Haijes inventaris ging verloren en wat M is kwijtgeraakt weet ik niet, dat zal minder zijn maar niet minder pijnlijk. Ook zij heeft er onder geleden.
Met de grootsheid van Bolland die op zo'n manier verloren ging stierf ook Irllustra, degeen die al die prachtige brieven schreef en al dat werk voor en op Bolland verzette.
* prof.dr.Ph. Breuker, vertegenwoordiger in de LIC voor 'natuurbelangen' níet.
Deze wilde mij geen hand geven, 'jo binne fór de boeren', piepte hij, nadat ik gepleit had voor het weer of beter en zelfstandiger, evt via een coöperatie of landouwe, inschakelen van de boeren bij het natuurbeheer........
En veel boeren waren ook niet mis, voor Groenveld was ik een vijand want ik woonde in 'fûgeltsjelan', eeuwig zonde, kon ik zijn boerderij identiek aan Bolland niet bekijken. Ik zal verder maar niet uitweiden over de vijandigheid en streken die me geleverd zijn...