Nationale Ombuds Man
Lions 04 071994
onderwerp:
nederzettingsrestanten Bolland
[]
Nadat de 'provinciaal archeoloog' niet in staat bleek onze melding van bij graafwerkzaamheden aangetroffen objecten en structuren- beduidend ouder dan 50 jaar- te waarderen, determineren, registreren en classificeren en ons ook niet wist te informeren en adviseren hoe de werkzaamheden voort te zetten zonder verdere onnodige aantasting van het resterende bodemarchief, nodigden wij het ons tot dan toe bekende hoogste uitvoerende orgaan ten aanzien van het beheer van het bodemarchief [de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek] uit in de persoon van drs. S.W.Jager om de impasse te doorbreken die was ontstaan: de erfscheidingsreconstructie werd- mede- al te lang opgehouden doordat de aangewezen instantie- ondanks toezeggingen- niet verscheen om een en ander af te handelen.
Dit in een tijdsbestek van mrt 1992 tot juli 1993.
Als wij melding maken cf art 47* MW 1988 en de procedure volgen die ook door de ROB gebruikelijk wordt gevonden: "in de praktijk is het gebruikelijk dat vondsten direct worden gemeld aan de provinciaal-archeologen' [Klok 1989 p20] en overigens meerdere activiteiten ontplooien die 'ten zeerste op prijs worden gesteld en gestimuleerd' [ Klok 1989 p21] en er sprake is van een vergunning voor het doen van oudheidkundige waarnemingen verstrekt aan het ArcheologyskWurkforbânFryskeAkademy en dat men, nadat het dit seizoen [okt 1992] niet lukt, het volgend voorjaar zal komen... en men dan [mei1993] uitgenodigd wordt voor een werkbespreking...en weer niet komt...waar is men dan als 'archeoloog [mee] bezig?*
Wij nodigden de ROB uit om de 'procedure' te bespoedigen: er gebeurde daarna inderdaad iets aan onderzoek maar doordat de ROB meende ons werk te moeten beoordelen als zijnde een 'opgraving' meende deze ook- en ons insziens onterecht- daarmee geen onderzoek in te hoeven stellen naar de handel en wandel, doen en laten van de 'archeologische instellingen' [ inclusief de eigen rol daarin] en in het verlengde daarvan ook ontslagen te zijn van het afwegen van belangen: die van ons en onze buren.
Korte omschrijving van de situatie: wij kochten een boerderij [okt 1991] met de clausule dat wij zorg dienden te dragen voor het [her]graven van de gracht. Een uitvoering zonder meer werd bemoeilijkt door de ontdekking dat de gracht ook met recent afval was gedempt. Het bleek niet zo te zijn dat de ingraving [ tbv mestopslag, ontstaan vanaf 1969 en die nu dus met een opgraving wordt verward] in volume overeenkwam met de grachtinhoud, er was minstens het dubbele bijgekomen. Eenvoudigweg terugstorten was dus niet mogelijk. Na andere opties te hebben besproken met personeel van Natuurmonumenten[ vanaf nov 1991] werd besloten dat het verantwoord zou zijn de ingraving de dempen met de grachtinhoud mits deze zodanig zou worden gesaneerd en weggeborgen dat beide erven tot in lengte van dagen gevrijwaard zouden worden van zwerfvuil.
Daartoe moest ook de ingraving vergroot en verdiept en overigens ook deels gesaneerd want ihkv de recente agrarische bedrijfsvoering was er nogal het een en ander verrommeld.
Bij het voorbereiden van deze complexe operatie bleken de taluds van de ingraving 'boordevol' te zitten met restanten van iig de zgn 'terpentijd' en van recenter datum [een boerderij van ong 1700-1860].
Twintig eeuwen bodem en afvalstoffen.
Zoals gezegd maakten wij melding bij de provinciaal archeoloog via het Fries Museum en nodigden de p.a. uit een en ander te komen aanschouwen en bespreken, waarbij wij de archeologie de gelegenheid boden in samenwerking met ons de taluds op te nemen voor wetenschappelijke documentatie en dergelijke- dat wil zeggen: 'in goed overleg en rekening houdend met wederzijdse belangen' [cf Klok 1989 p20].
Hier wijzen wij expliciet op het volgende: gesteld dat het agrarische bedrijf was voortgezet. In het kader van voortgezette intensivering en verscherpte milieuwetgeving was de ingraving de aangewezen plek om een mestsilo neer te zetten. De aannemer was gekomen en had het gat vergroot en verdiept- héél misschien had nog net een amateurarcheoloog enige waarnemingen kunnen verrichten [maar niet waarschijnlijk aangezien de vorige eigenaren nooit iets gezien hebben...]
In een tijd waarin de archeologisch gemeenschap dit soort activiteiten [tot op en in beschermde terreinen] niet kan begeleiden en zich daarbij neerlegt vinden wij het niet gepast dat deze zich wel een negatief oordeel [*] aanmatigt over de voor ons economische noodzaak een voldoende volume aan bouwput te verkrijgen om het saneringsprobleem op te lossen.
Een van de redenen waarom wij nu pas de NOM vragen om te bemiddelen is gelegen in het feit dat wij er van uitgingen dat vooral de direct betrokken partijen: NM, st RAAP en prov FRL [ bureau bodem en afvalstoffen] en mogelijk ook het FM met ons tot een bevredigende afhandeling zouden kunnen komen, vooral omdat wij er dagelijks mee moeten leven.
Dit temeer omdat het werk uiteindelijk niet is uitgevoerd zoals wij dat gepland hadden, sterker nog, ons ongevraagd onder protest uit handen is genomen [ door Nm onder druk van de ROB dd 12081993] met als gevolg dat de sanering slordig is uitgevoerd [en de archeologische waarden niet goed beschermd zijn] en dat nota bene in een bodembeschermingsgebied en onder het toeziend oog van ambtenaren van de provincie.
Een andere reden is het volgende: het sectorale, bijna autonome, gedrag van diverse functionarissen van betrokken instellingen leidt er steeds weer toe dat ons de dreiging boven het hoofd hangt van een volgende [dure] ingreep.**
[]
Ondanks diverse verzoeken van onze kant om het overleg te hervatten komt het hier [dus] niet van.
Men wenst zich niet met ons- noch met elkaar- te verstaan, wat er op neer komt dat men het liever doorschuift [naar de overheid of de toekomst] en derhalve zich onttrekt aan enige verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid in dezen. Men beroept zich op overmacht, maar neemt zelf geen contact op met deze overmacht [ic ROB].
Maar het komt ons ook zo voor dat daar waar in de WVCnota 'Investeren in cultuur' [1992] expliciete vermeldingen staan over gewenste integratie en participatie op alle maatschappelijke niveaus en daar hier op kleine schaal en op uitvoeringsniveau niets van te merken valt- integendeel dus- toch op zijn minst een onafhankelijk onderzoek aangevraagd kan worden door ons als particulier gedupeerden.
Enkele overwegingen: strikt juridisch gezien zijn er al heel veel vragen mogelijk en vermoedens van incorrect handelen van de wetshandhavers/uitvoerders.
Sociaal gezien- in breder verband op terreinen van bestuur, beleid en beheer zijn er vele vragen aan meerdere instellingen die hun abstracte intenties niet weten te vertalen.
Maar juist het verband daartussen wordt verontachtzaamd.
Beide factoren spelen een rol en zouden als met elkaar samenhangend beschouwd dienen te worden.
Maar ook door ons geconsulteerde juristen springen al heel gauw weer in een eigen sector- horizontaal en verticaal-.....de volgende verwijzing.
Wij wenden ons dus -in laatste instantie- tot u met het dringende verzoek de complexiteit juist wel te aanvaarden en integraal te benaderen en van daaruit oplossingen met ons te zoeken.
Wij hebben nagenoeg alle sectoren al geconsulteerd. Het bevreemdt en vervreemdt ons.
Het is wrang: 'bescherming op maat' en men stampt hier letterlijk en figuurlijk de hoop de bodem in.
Wat velen zich niet [wensen te] realiseren is dat wij dagelijks heel direct en blijvend met een en ander te maken hebben. Wij worden omringd door eigendommen van NM en zijn medegebruikers van 800 meter puinreed, het is dan heel vervelend door [ personeel van] NM genegeerd te worden. Wij blijven hen overigens tot op de dag van vandaag uitnodigen..
Het treft ons dus persoonlijk, heel direct, hier en nu. En hoe vaak je ook tegen functionaris X zegt dat die gracht niet op diens bureau ligt maar hier... het helpt niet...
Misschien al te letterlijk de kloof tussen overheid en burger?
Heeft men nog nooit gehoord van anticiperen en relativeren?
Tijdens ons onderzoek naar de hier dus op particulier schaal noodzakelijke integratie van cultuur-, natuur- en milieubeheer - waar de instituten blijkbaar nog niet aan toe zijn- stuitten wij op de volgende uitspraak van de minister van WVC: 'zo richten de huidige vormen van behoud zich meer op een sobere en doelmatige aanpak, op zinvol functieherstel, op behoud van beeldbepalende elementen en op de omgevingswaarde' [ Investeren in cultuur p115].
En dan blokkeert nota bene de ROB ons herinrichtingsproject die dezelfde intentie heeft als door de minister verwoord is.
Ook de ROB onttrekt zich: vertegenwoordiger Jager blijft bij zijn idee dat wij bewust een opgraving zijn begonnen en wenst niet in te gaan op wat wij in de laatste alinea van onze brief aan hem vroegen, namelijk een visie waarin uitgegaan zou worden van de feitelijke situatie, hier, ter plekke, met inachtneming van onze intenties tav bodemsanering en archivering.
Dus expliciet rekening houdend met onze belangen én meer algemene, andere dan archeologische belangen.
En de feitelijke situatie in de provinciale archeologie die eigenlijk niet bestaat en dus niet georganiseerd is en ons derhalve een jaar lang aan het lijntje dacht te kunnen houden- al dan niet opzettelijk.
Dhr Jager wenst niet de feitelijke meldingsprocedure te onderzoeken en blijkbaar niet na te gaan waarom de ROB niet in een veel vroeger stadium is ingelicht zodat adequaat opgetreden zou kunnen worden, 'rekening houdend met wederzijdse belangen'.
Het gaat niet aan om achteraf het werk wat wij hebben gedaan en de archeologen hebben laten liggen te betitelen als illegaal, Daarmee onttrekt juist de archeologie met voorop de ROB zich aan toetsing van dezelfde legis die zij geacht wordt én uit te voeren én na te leven.
Het is niet onmogelijk dat bij onderzoek zou blijken dat dhr. Jager al in eerder stadium op de hoogte wás*** maar dit eigenmachtig optreden [of nalaten] niet ten volle kan verantwoorden binnen het toetsingskader van de wet en/of beleid van WVC.
Wij krijgen niet de indruk dat er bij de ROB de bereidheid is om een [zelf]onderzoek in te stellen.
Wij merken dat andere betrokkenen- NM, prov FRL [FM, Bureau BenA, st RAAP] en BAI en AWFA zich ook aan wettelijke, wetenschappelijk en maatschappelijke toetsing onttrekken vanwege hun ambigue en ambivalente en -we zeggen het nu maar eens hardop- 'hypocriete' doen en laten.
Derhalve verzoeken wij de NOM dit onderzoek te doen.
Het komt ons zo voor dat daar waar partijen het zo graag hebben over communicatiestoornissen en vooral over gebrek aan geld er iets meer aan de hand is, namelijk de notie dat men niet volgens de intenties van wet en beleid heeft gehandeld en daar liever niet aan herinnerd wordt en zo de geopteerde structurele oplossing voor het bodembeheer [sensu lato] ook zelf tegenhoudt.
Het gaat ons om meer dan ons eigen belang [er zijn momenten en gebeurtenissen die onze belangen hebben geschaad, zeker en het is stuitend dat dat ook niet bespreekbaar of oplosbaar is.]
Wij vinden dat er teveel algemene middelen verspild worden door gebrek aan integratie van cultuur-, natuur- en milieubeheer.[]
Het verhaal is nog lang niet compleet.
Ik vraag u met klem ook de nog in handschrift staande documenten en annotaties door te nemen om u een beeld te kunnen vormen. Zelfs daarin moge u al de complexiteit en stagnatie ontdekken van vorig jaar en deze is nog toegenoemen na bezoek van de ROB en een lawine van 'misverstanden' daaropvolgend die, zoals ik u probeerde te schetsen, voor andere partijen niet bespreekbaar zijn.
Het ontmoedigt zodanig- waarom zou ik alles op een rijtje zetten als niemand er iets mee doet of nog erger iemand er iets uitpikt voor de eigen sector.
Ik hoop van u spoedig bericht te krijgen of u ons beklag in aanmerking kunt of wilt nemen.
Hoogachtend
[mede namens MA****]
H Wijma
[]
Lions
* in en met Wynam...
**kan op een 'saneringslijst' ad fl 50.000,-, mededeling op Provinciehuis.....
***op bijeenkomst AWFA voorjaar 1993.....ook GJ de Langen, G Elzinga en SW Jager aanwezig; zal er níet onderling gesproken zijn over knelpu[n]t Bolland?! Kom nou.....
**** ook hier geldt weer: partner MA trok zich er vanaf, het werd mijn zaak...wij wordt ik.....
tsja
de NOM was heel correct.
Zijn opmerkingen en conclusies:
Aangezien alleen klachten over de Rijksoverheid kunnen en mogen worden behandeld was daarover de opmerking dat de ROB correct had gehandeld
a] was vrijwel direct verschenen
b] reageerde binnen de gestelde termijn op de brief
en dat was het dan.
Inhoudelijk werd er niet op de zaak ingegaan en wat de andere partijen betreft: daar waren andere kanalen voor.....
'dan schrijf je maar een brief aan de minister' beet de Langen me toe in juli 1993....ach
laat ik eerst maar -of directer?- de NOM en RCB proberen...
Raad voor het CultuurBeheer
mr G.W. van Herwaarden
secretaris
[]
onderwerp: gedeelde zorg en belangen Lions aug 1994
Weledelgestrenge heer;
Om met een open vraag in huis te vallen: wie vertaalt mijn verhaal?
Het verhaal van 2000 [agro]cultuur naast de deur en deels rond, in en onder en dus van onze boerderij sate Bolland.
Het ligt er twee jaar open en bloot en de ogen en oren en verstand van de wetenschap- gericht op 2015? Als die er niet is op wiens vermogen kan men dan nog een beroep doen?
Als 'inpikken en wegwezen' en daarvoor al en vóóral daarna 'zwijgen' de meest concrete en creatieve manier vertaling van beleid is op de werkvloer?
[]
Ik dacht dat U en ik ieder op eigen niveau bezig waren met het vertalen van de consensus: het zichtbaar maken van een verleden dat in het heden doorwerkt naar de toekomst.
[]
Helaas voor mij wordt de communicatie daarover nogal belemmerd door veel beambten die weliswaar naar ik aanneem welwillend, menen dat zij het zijn die de waarde van het bestaan bepalen zónder in overleg te treden, nóch met u nóch met mij.
En dat is wat ik naar aanleidng van een 'noodopgraving' dd 222 en 23 juli 1993 met 'blinkende resultaten' eens, via en met u zou willen voorleggen aan de Rijkscommissie voor de Archeologie.
Bij graafwerkzaamheden rond ons erf stuitten wij op oudheden en deden daarvan melding in het voorjaar van 1992. Wij verzochten de provinciaal archeoloog' hiervan kennis [te komen] nemen en met ons te ""overleggen hoe de werkzaamheden verder uit te voeren zodat aan wederzijdse belangen kon worden voldaan"
Wij menen toen al [vooral na het bezoek van JK Boscher van het Fries Museum dd 15 05 11992] officieel gevolg te hebben gegeven aan art 147* van de Monumentenwet [1988]
De PA kon geen waarnemingen verrichten door gebrek aan 'tijd en geld en menskracht'.
Het was een reden om, aangezien er geen sprake was van archeologische waarde het werk zoals gepland uit te voeren.
Daarmee zou er echter een aanzienlijke hoeveelheid informatie, zowel voor ons als voor de gemeenschap, verloren gaan.
Wij bleven om medewerking vragen om, binnen een door ons uitgezet bouwvolume- nodig voor reconstructie en sanering- de voor ogen liggende informatie op te nemen.
Archeologen zegden ons toe te komen, schermden met een opgravingsvergunning maar kwamen niet aan waarneming toe.
En dan gaan wij niet alles alsnog ongezien vergraven, oók als ze niet komen, want dan ben je pas in overtreding zou je denken..
Wat rest je dan? De overheid.
Wij nodigden de ROB uit om een en ander te bespoedigen. [Bezoek drs SW Jager 05 juli 1993]. Deze wist toen wel raad met de situatie en draaide alles om: in de toekomst zouden deze gebeurtenissen niet meer plaats meten kunnen vinden- en de mensen die heden 'menen' iets van waarde ontdekt te hebben moeten wachten..op een publicatie die hen sterkt in het gevoel dat zij het zijn die het erfgoed bewaren.[GJ de Langen et al in Nb ]
[]
Twee seizoenen heb ik mij, naast het verzorgen van een voor onszelf goede bewoonbaarheid van het erf, ingespannen om ook het archeologische deel daarvan ten volle tot recht te laten komen.
Dit in het kader van een breder cultuurhistorisch verband: een landschap met 2500 jaar tot op heden herkenbare verwevenheid van natuur en cultuur [ cf advies NWC 80613]
Wat is er in het recente verleden gebeurd tussen onze melding van mei 1992 en de komst van de ROB juli 1993?
Hoe is het mogelijk dat in een omgeving als het onze waarin aan de orde zijn:
-een ruilverkaveling in voorbereiding
-een 'allerlaatste kengebied'
-een kerngebied van de ecologische hoofdsructuur
-een aangewezen relatienotareservaatsgebied
-een aangewezen bodembeschermingsgebied
en wij op ons erf ontbieden of ontvangen : vertegenwoordigers van FriesMuseum, ArgeologyskWurkforbânFryskeAkademy, stichting RAAP [ zelfs de directeur drs RW Brandt], de ROB, provincie Friesland, afdeling Ruimte en Groen, bureau Bodem en Afvalstoffen, vereniging Natuurmonumenten en oud PA G Elzinga, die 2000 jaar cultuurgeschiedenis zien en ervaren, níet bij machte zijn om daarover te overleggen, met ons en met elkaar.
Maar zich omdraaien, van ons en elkaar en vooral óns doodzwijgen
En een mooie beloning, een brede maatschappelijke waardering: een vuilnisbelt en een ongevraagde rekening...
En dan weer die prachtige artikelen over het inspirerende werk van de archeoloog en ecoloog..behoeders van het erfgoed..
Het is een verhaal van de gewone geschiedenis, het verhaal wat GJ Borger vraagt [HS 6 1992]. In een breder verband is ook hier weer bewaarheid wat Borger uitspreekt: "cultuurhistorici laten in de regel alle mogelijkhed van sturing passeren".
Dat deze hier op ons erf alle hoop op een betere toekomst de grond in stampen is hen niet vergeven.
[]
Wij worden ingesloten door eigendom van NM, [] je bent lid en buur en zakelijk partner en het terreinpersoneel heeft enkel oog voor het natuurdoel, daar moet veel voor wijken, ook het landschap.....
de boeren en de buren, een overslibde nederzetting en als ze niet gecorrigeerd worden een deel van de infrastructuur.
Hoe werd het ook al weer gezegd?[ WVCnota Investeren in Cultuur 1992]
"Voorkomen moet worden dat gebieden definitief uit ons geheugen worden gewist door de waan van de dag"
Het is hier de orde van de dag, behalve de grutto is alles hier vogelvrij...
[]
Het is voor mij ongewenst opeens weer allerlei lawines over me heen te krijgen van lieden die pakweg 20 jaar wanbeleid vergeten en nu opeens in het kader van nieuwe wet- en regelgeving en/of door druk van elders mij en mijn erf en goed en omstreken daarmee gaan belasten en weer datgene doen wat, naar ik heb begrepen, ook de RCB een zorg is:
"de geschiedenis overslaan".
Ik neem aan dat U veel van de formuleringen in het jaarverslag van de RCB neergeschreven hebt en daarmee mede doordacht.
Ik voel mij aangesproken en veel van wat ik heb meegemaakt de afgelopen jaren correspondeerde met wat ik pas na juli 1993 ontdekte in veel officiele stukken.
Het was mij liever geweest dat de mensen die bij mij over de vloer zijn geweest wat meer kennis daarvan of gevoel voor hadden gehad en zich daarnaar gedroegen.
Het is mij nu onmogelijk om in dit bestek weer te geven hoeveel ik heb gedaan om locaal en regionaal personen/instellingen te betrekken bij de problematiek rond het reservaatsgebied van ongeveer 400 hectare.
Het gaat en ging mij niet enkel om de sate Bolland [0.4 ha] maar juist om deze in relatie met de omgeving, van en in het verleden en in het heden.
We moeten af van 'object-denken' en naar 'structuurgericht', af van 'reservaatsdenken'...tsja...
[]
Ik wijs U erop dat mijn contacten met drs AJ Haartsen plezierig verlopen [deze benaderde ik eerst, in 1992, als onderzoeker ihkv de RVK Baarderdeel -hij werkte hieraan rond 1977-
en bij stukjes en beetjes ontdekte ik welke functies hij del aatste jaren bekleedde en wat hij zoal schreef, maar zoals ook u weet wil dat nog niet zeggen dat men dan heel direct en op korte termijn invloed kan uitoefenen.
Ik heb hem dan ook, toen hij mij bezocht, gevraagd niet de fout te maken die al zo vaak gemaakt is door ander personeel, maar op zijn niveau en functie, met inachtneming van de actualiteit zoals door mij aan hem gepresenteerd en zijn kennis via de onderzoeken rond 1980 proberen de zaken wat te sturen, bijv via de verenigingsraad van NM.
Ik vraag u ongeveer hetzelfde, vooral ook de actuele context te ontdekken, in de situatie hier ter plekke zoals ik die u voorleg en dit in úw context te plaatsen.
Hopenlijk dat er dan over enige maanden weer wat beweging komt rond sate Bolland, het is hier echt 'de dood in de pot'.
In het verlengde hiervan een werkende zorg voor het bodemarchief wat ik ook liever breder zie als landschapsarchief.
De ingrediënten, instrumenten en instanties om van dit geprojecteerde ralatienotareservaat een beschermd 'landschap [Lions] te maken, en dan heel nadrukkelijk met evenveel waarde voor de cultuur als natuur, zijn er.
Als men zo langs elkaar heen en op ons erf zelfs tegen elkaar in blijft werken voorzie ik over een aantal jaren een vernietigd landschap.
"Wie alles wil behouden verliest alles"[uitspraak GJ Borger] gaat ook hier op: als archeologen en ecologen hun eigen reservaat willen dan verliezen ze []
Wat verwacht je van de RCB vraagt dhr Haartsen. Nu weet ik het weer: ik ontdek dat drs JAJ Vervloet ook lid is van de RCB. Ook hier hetzelfde: ik belde hem in 1992 en 1993 op om navraag te doen over het onderzoek tav de RVK Baarderadeel wat door hem was gecoördineerd. Hij had pas nog een excursie meegemaakt van de FA en was ook in Jorwerd geweest, maar niet bekend gemaakt met het reservaat tussen Jorwerd en Lions. een sprekend voorbeeld van intra- en interdepartementale communicatiestoornis?
Ik lees zijn uitsparken in LTjournaal, verneem dan weer van een coauteurschap van "Levend Verleden" met, jawel, GJ Borger, over de dragende functie van de landbouw.
Artikelen in NB, dit voorjaar hoor ik dat hij adviseur is van Platform Landschap en Cultuurhistorie....nou meneer Vervloet, moet u eens kijken hoe oa NM en RAAP hier en nu dat,ook door u onderzochte en meermalen als bijzonder waardevol gebied, juist door die tot op heden zichtbare verwevenheid van cultuur en natuur, behandelen. Zou u zich, óók als wetenschapper, niet beledigd gaan voelen?
Ik wil de nadruk leggen op relativeren, de noodzaak om op elke schaal bezig te zijn. Zo blijft het zaak om de gehele RVK te begeleiden.
Waar nu eens weer naar gekeken moet worden hoe in de kern van deze RVK een waarde n vol gebied buiten beschouwing blijft omdat men denkt dat daar de waarden zijn veiliggesteld en hoe juist de partijen die zich zo sterk maken voor behoud van het landschap het intern dreigen te verbouwen.
En daar weer in de kern ligt een 'gewone boerderij' met daarnaast een 'gewone overslibde vlaknederzetting' en dat herbergt het verhaal dat "alles van waarde weerloos"* is... maar ja, wat niet weet wat niet deert....
Je doet mei 1992 aangifte en je krijgt in juni 1994 een wetenschappelijk artikel [PaleoAktueel 5 1994 p ev] onder ogen waarin aanbeveling wordt gedaan de sporen te beschermen.
In die tussentijd is er naar mij toe geen archeoloog actief, er is mij tot op heden geen enkele mededeling of informatie vrijwillig verstrekt, niet door BAI, niet door RAAP, niet door FM, niet door ROB. Alle [wettelijke] mogelijkheid om als vinder een en ander terug te vragen?*
Zou er geen aanleiding zijn voor de RCB om de archeologen eens op de vingers te tikken?
De selectieproblematiek en de uitspraak dat 'in beginsel alle terreinen van waarde zijn', het heeft er allles weg van dat datgene waar de Raad zich sterk voor maakt nog steeds geen praktijk is, vooral in Friesland niet, laat staan rond Bolland.
Geachte heer van Herwaarden, alles ben ik kwijt, de waarde van Bolland is teniet gedaan.
Ik heb niets meer te verliezen. Ik breng u dit onder de aandacht. Er is voor mij geen gevaar meer dat er weer iemand beledigd raakt door een onwelgevoeglijke zin. Degene die beledigd en vernietigd is dat ben ik.
Ik hoop dat u er boven kunt gaan staan en tegelijkertijd er middenin, met mij een beetje "aanmodderen" om een en ander onder ogen te zien.
Ik vraag het u eens andersom: als particulier vraag ik u om "creatieve participatie", hoe moet de Raad anders te weten komen of datgene wat zij adviseert ook werkelijkheid kan worden.
Ik vraag u dit eens tijdloos te bezien en niet naamloos, mogelijk dat de 'stomheid' hier eens verslagen wordt.
Het verhaal van de sate Bolland is het gewone, betrokken verhaal wat Borger vraagt en door mij geschreven.
H Wijma
nr 4
8833KA Lions
* art 147 heden ten dage art 53
* met als enige doel een deel van de gevonden voorwerpen permanent in de kerk van Lions ten toon te kunnen stellen, persoonlijk had rn heb ik geen enkel belang bij het 'bezit' van de collectie.....
Lions- sate Bolland 10 sept 1994
he de V,
het zoveelste formeel van mijn kant dat naar alle waarschijnlijkheid verdwijnt in het uitdijende heelal van de bovenheid. Het is maar een kladje: wat ik verstuurd heb was nog uitgebreider én netter maar de essentie vermag je hopenlijk wel er uit te halen.
Wat verwacht je van de RCB ihb de RcvA: och zei ik tegen de secretaris A Haartsen van de Raad voor Natuurbeheer [hier geweest 18 07 1994], eigenlijk 'niets' maar ik vind wel dat ik als burger ná het ondervinden en onderzoeken van zoveel on.....wil.....macht op locaal en regionaal toch op z'n minst een en ander op nationaal niveau onder de aandacht mag brengen...
Ondertussen blijft het hier maar stuiten: intervieuw met AgrD wordt niet gepubliceerd "te moeilijk", [] dorpsbelangen haakt af []
En de boeren de B. en R? Zij ploegen voort. Het gaat heel hard nu. Het zou me niet verbazen als er binnenkort nog maisvelden aangelegd worden in het aangewezen reservaatsgebied en nog steeds heb ik iets van- prima, mits men maar gaat kijken áls er geploegd wordt en ook niet zo dwaas opbiedt tegen de 'autonome' landbouw met even dure boerenbeheers maatregelen.
Mijn directe bezwaar daartegen is dat het ons ook belast via oa de puinreed maar zelfs zakenrechtelijk is zowel BBL als NM niet in staat om ons als partner te zien.
Wel steeds maar weer dat babbeltje van een functionaris die het 'door zal geven' maar uiteraard er níet zelf verantwoordelijk voor is...en ook dan moet ik steeds weer zeggen: prima.
Boer R is weg, hij was de eerste die ons probeerde op te lichten, die kon ik dan nog persoonlijk aanspreken [was óók niet gemakkelijk- maar was wel een schijterd: toen jouw naam viel en welke AIDfunctie je had werd hij opeens heel netjes].
Het personeel van NM gedraagt zich minstens zo schofterig en schijterig maar is níet aan te vatten: 'ik moet wel, ik mág niet' zegt de TO en de districtscommissie vindt zich niet competent,
dus moeten wij het toch regelen met de TO die vindt dat wij het moeten regelen met de DC en omdat hij wel móet van de vereniging er ook niets aan kan doen dat doet zoals hij moet.
Desondanks blijf ik hier wonen, er zal ooit een kentering komen, of niet, so what...
Hoofdprobleem voor mij is dat mijn conditie te wensen overlaat: eerlijk gezegd had ik de mannen van NM liever een pak slaag gegeven maar daar ben ik te zwak voor.
Als alles zo blijft sukkelen [sch]raap ik nooit genoeg bij elkaar om nog eens een wereldreis te maken.
Nog vervelender is dat ik de reis die ik op|van|uit| in Bolland maak niet aan anderen kan meedelen, noch letterlijk noch figuurlijk. Men komt niet [meer], afgezien van een obligaat bezoekje van een enkel familielid is de hele zomer hier niemand geweest- en weer moet ik je zeggen dat ik dat prima vind- maar juist de mensen die toezegden dat ze zouden komen, omdat het hier zo prachtig en rustig is en zo, komen niet. Ik neem het ze niet kwalijk dat ze niet komen, maar wel dat ze niet uitleggen waaróm niet.
Ik kan vrienden zijn met mensen die schijt hebben aan datgene waar ik mee bezig ben, zolang ze daar maar duidelijk over zijn.
Nou de V die mij kent...
Het storm- en regenseizoen begint weer, moet ik weér alle archieven verplaatsen omdat ze in de drup staan. Werk genoeg, en te weinig tijd om ook jou én persoonlijk én netjes, dwz per computerprint te schrijven. Toch probeer ik de komende tijd druppelsgewijs nog wat ook héél prachtige belevenissen toe te zenden. Honderden foto's en fragmenten van de pracht en praal op en om en wijd om Bolland in heden, verleden en toekomst..
Nog steeds niet met ons moeders op stap geweest, moet zeker eens.
NB bunker Paaslo wordt opslag/depot voor FM, zolang ik er niet in slaag de collectie van Bolland terug te krijgen[*] kan je mogelijk nog een diepteboring daarheen vanuit Agropark BHolland in Japan laten verrichten! JapGap
[]
he the friend the v, voor de zoveelste keer schrijf ik wat neer en krijg de neiging om het maar weer in mijn archief te st|duwen. Het blijft overigens zo dat ik nogal wat archief heb ook náár jou toe, wat voor 90% oud papier is maar voor 10% van waarde. Dit uit te zoeken is een hele klus, ik ben er al mee begonnen en niet gaan denken wáár is hij en waar|mee bezig, nee 'positief denken'....
Waar ik mee bezig ben? Met een [voet]reis van bolland naar fujisan, met het onbegonnen werk van zoveel mensen en on|ont|gonnen terrein, met het h|verkennen van grenzen tussen waan en weten.
'De rust vind men aan de voet van de berg'; waarom zou men dan eerst naar boven gaan en uitgeput in het niets staren, vervolgens afdalen en weer uitgeput op adem moeten komen en denken dat men iets vergeten is te zíen in het niets en weer omhoog en omlaag en zo voort en zo nooit verder.
Zo wordt het ook heel druk aan de voet van de berg, al die mensen die zo heen en weer gaan, dus doe ik maar hetzelfde: ik ga ook op pad...
he g je haije